• bin·nen·lood·sen

binnenloodsen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
binnenloodsen
loodste binnen
binnengeloodst
zwak -t volledig
  1. iets of iemand naar binnen leiden met behulp van een leider of loods
     Ruim tien jaar geleden wilde Zoran Djindjic, de eerste democratische premier van Servië, zijn land binnen tien jaar de EU-binnenloodsen. Het volstrekt geïsoleerde regime van Slobodan Milosevic was omvergeworpen, de Kosovo-oorlog was over. Servië leek op weg om een 'gewoon' EU-land te worden.[2]
     Hoe werkt dat eigenlijk, het binnenloodsen van de geletruidrager? "Ik praat niet zoveel met hem", legt Poels uit. "Je moet altijd proberen een goed tempo aan te houden. Dat het niet te hard voor hem gaat en ook niet te langzaam, zodat hij niet al te veel tijd verliest. Je moet het een beetje aanvoelen."[3]
  2. verwerven, binnenhalen, winnen
     Soms spraken ze af wie welke klant zou krijgen of hoe hoog een prijsstijging mocht zijn. Er werden ook afspraken gemaakt over offertes aan bedrijven, zodat er van tevoren duidelijk was wie de opdracht zou binnenloodsen.[4]
     Bij Verstappen draait alles om het binnenloodsen van de wereldtitel. De voorsprong op Hamilton bedraagt slechts drie punten, maar de Red Bull-coureur heeft dit jaar veruit de meeste ronden aan de leiding gereden en kwam een paar keer de pechduivel tegen.[5]

de binnenloodsenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord binnenloods
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Joost van Egmond
    “Servië en EU staan voor doorbraak” (24-06-2013), NOS
  3.   Weblink bron “En weer loodst Poels de gele trui van Froome binnen” (22-07-2016), NOS
  4.   Weblink bron “Koel- en vrieshuizen beboet voor kartelvorming” (23-03-2016), NOS
  5.   Weblink bron
    Louis Dekker
    “Verstappen viert zijn Zandvoortse zege later wel: 'Feestjes moeten even wachten'” (VR 10 SEPTEMBER 2021), NOS