• bin·nen·loods
enkelvoud meervoud
naamwoord binnenloods binnenloodsen
verkleinwoord - -

de binnenloodsm

vervoeging van
binnenloodsen

binnenloods

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenloodsen
    • ... dat ik binnenloods.