Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bin·nen·loods
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord binnenloods binnenloodsen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de binnenloodsm

Werkwoord

vervoeging van
binnenloodsen

binnenloods

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenloodsen
    • ... dat ik binnenloods. 

Gangbaarheid