binnenhalen
- Geluid: binnenhalen (hulp, bestand)
- bin·nen·ha·len
- samenstelling van binnen en halen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
binnenhalen |
haalde binnen |
binnengehaald |
zwak -d | volledig |
binnenhalen
- overgankelijk vis of netten binnenboord brengen
- De netten waren nog niet helemaal binnengehaald.
- overgankelijk iets binnen het huis of andere overdekte ruimte brengen
- Ik heb de was binnengehaald omdat het dreigt te gaan regenen.
- ▸ Voor Lauritz was het licht minder romantisch. In de midzomertijd werd als het weer het toeliet het hooi binnengehaald op Osteroy.[1]
- overgankelijk Geld inzamelen of verdienen
- We hebben die middag veel binnengehaald
- overgankelijkiets of iemand verwerven voor een bedrijf
- Hij heeft een prachtige order binnengehaald zodat het bedrijf weer voor een jaar werk heeft.
- De personeelschef is het weer gelukt om een aantal toptalenten binnen te halen als medewerker.
- Het woord binnenhalen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "binnenhalen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be