• bi·blio·bus
  • Samenstelling van het Griekse woord biblion ("boek") en het Nederlandse woord bus.
enkelvoud meervoud
naamwoord bibliobus bibliobussen
verkleinwoord bibliobusje bibliobusjes

de bibliobusm

  1. een rijdende bibliotheek, een bus die gebruikt wordt om boeken rond te brengen
88 % van de Nederlanders;
63 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


  • IPA: /bi.bli.jɔ.bys/
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  bibliobus     le bibliobus     bibliobus     les bibliobus  

bibliobus m

  1. bibliobus


  • IPA: /bi.bljo.bus/

bibliobus

  1. bibliobus