bewering
- Geluid: bewering (hulp, bestand)
- IPA: / bəˈwerɪŋ / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /bə.ˈʋɪː.rɪŋ/
- (Vlaanderen, Brabant): /bə.ˈβ̞eː.rɪŋ/
- (Limburg): /bə.ˈweː.rɪŋ/
- be·we·ring
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bewering | beweringen |
verkleinwoord | bewerinkje | bewerinkjes |
de bewering v
- een stellige verklaring dat iets zo is, vaak zonder het geven van de redenen waarom, mening, propositie
- De bewering dat Wikipedia nooit van de grond zou komen is inmiddels wel weerlegd.
- ▸ Hij klakte hard met zijn tong om zijn bewering van meer cachet te voorzien.[2]
1. een stellige verklaring dat iets zo is, vaak zonder het geven van de redenen waarom
- Het woord bewering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bewering" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be