betonen
- be·to·nen
- afgeleid van tonen met het voorvoegsel be- [1]
- afgeleid van toon met het voorvoegsel be- met het achtervoegsel -en [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
betonen |
betoonde |
betoond |
zwak -d | volledig |
betonen
- ergens de aandacht op vestigen, bijv. door klemtoon of nadruk
- 'Waarom moet je elke lettergreep steeds betonen? Ik word er doodmoe van.
- (verouderd) ergens blijk van geven
- Jegens zijn geldschieter heeft hij zijn dankbaarheid betoond.
1. ergens de aandacht op vestigen
de betonen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord betoon
- Het woord betonen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "betonen" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ betonen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ betonen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be