Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·klem·to·nen
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van klemtoon met het voorvoegsel be- met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
beklemtonen
beklemtoonde
beklemtoond
zwak -d volledig

Werkwoord

beklemtonen

  1. overgankelijk de nadruk leggen op iets
    • Hij beklemtoonde de ernst van de zaak. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be