• be·klem·toon·de
vervoeging van
beklemtonen

beklemtoonde

  1. enkelvoud verleden tijd van beklemtonen
    • Ik beklemtoonde. 
    • Jij beklemtoonde. 
    • Hij, zij, het beklemtoonde. 
  2. verbogen vorm van beklemtoond, voltooid deelwoord van beklemtonen