• be·sty·rer
Naar frequentie 8273
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   bestyrer     bestyreren     bestyrere     bestyrerne  
genitief   bestyrers     bestyrerens     bestyreres     bestyrernes  

bestyrer, m

  1. bestuurder, leider (mannelijke vorm), manager


  • be·sty·rer
Naar frequentie 12058
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   bestyrer     bestyreren     bestyrere     bestyrerne  
genitief   bestyrers     bestyrerens     bestyreres     bestyrernes  

bestyrer, m

  1. bestuurder, leider (mannelijke vorm), manager
  2. bestuurster, leidster (vrouwelijke vorm), manager