• be·sty·re·ren
  • Deense zelfstandignaamwoordsvorm met het voorvoegsel be-, met het achtervoegsel -er en met de woorduitgang-en
Naar frequentie 17650

bestyreren

  1. nominatief bepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van bestyrer


  • be·sty·re·ren
  • Noorse zelfstandignaamwoordsvorm met het voorvoegsel be-, met het achtervoegsel -er en met de woorduitgang-en
Naar frequentie 14617

bestyreren

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van bestyrer