beschaamd
- be·schaamd
vervoeging van: | beschamen… |
verbogen vorm: | beschaamde |
beschaamd
- voltooid deelwoord van beschamen
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | beschaamd | beschaamder | beschaamdst |
verbogen | beschaamde | beschaamdere | beschaamdste |
partitief | beschaamds | beschaamders | - |
beschaamd
- vol met de neiging zich te verbergen voor anderen, verlegen
- De beschaamde ouders wilden niet onderkennen dat hun jonge dochter zwanger was.
- ▸ Hoewel zijn collega's volwassen mannen waren, hadden ze een manier om over vrouwen te praten die hem even neerslachtig als beschaamd maakte.[2]
beschaamd
- vol met de neiging zich te verbergen voor anderen, verlegen
- ▸ Ze keek beschaamd voor zich uit toen een passerende verpleger zijn hoofd haar kant op draaide.[3]
1. vol met de neiging zich te verbergen voor anderen
- Het woord beschaamd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beschaamd" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ beschaamd op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be