beroepsmatig
- be·roeps·ma·tig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | beroepsmatig | beroepsmatiger | beroepsmatigst |
verbogen | beroepsmatige | beroepsmatigere | beroepsmatigste |
partitief | beroepsmatigs | beroepsmatigers | - |
beroepsmatig
- Het woord beroepsmatig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beroepsmatig" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Ruysschaert, S.; M. Gielis (2006). Zelfstandigen en hun vennootschap: hoe fiscaalvriendelijk geld uit de vennootschap halen?, p. 40. Uitg.: Maklu, ISBN 9789046600139.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be