• be·reisd
  • vervoeging van bereizen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel [1]
vervoeging van: bereizen…
verbogen vorm: bereisde

bereisd

  1. voltooid deelwoord van bereizen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen bereisd bereisder bereisdst
verbogen bereisde bereisdere bereisdste
partitief bereisds bereisders -

bereisd [2]

  1. van een persoon dat deze veel reizen gemaakt heeft
    • Is Alisa Sjevtsjenko inderdaad een van Poetins cyber warriors? De beschuldigingen van het Witte Huis zijn niet te controleren. Maar één ding staat vast: de jonge hacker (haar exacte leeftijd wil ze niet geven) staat in veel opzichten model voor een generatie. Net als hun westerse leeftijdgenoten zijn Moskouse millennials hoogopgeleid en zeer bereisd, met een uitstekend gevoel voor de laatste trends en mode. In de digitale wereld voelen ze zich als een vis in het water.[3] 
87 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[4]