beninský

Slowaaks

Uitspraak

• IPA: /bɛnɪnskiː/

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van de eigennaam Benin met het achtervoegsel -ský.

Bijvoeglijk naamwoord

beninský

1. (demoniem) Benins, van Benin; met betrekking tot Benin.

Verwante begrippen

• Beninčan m
• Beninčanka v

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /bɛɲɪnskiː/

Woordafbreking

• be·nin·ský

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van de eigennaam Benin met het achtervoegsel -ský.

Bijvoeglijk naamwoord

beninský

1. (demoniem) Benins, van Benin; met betrekking tot Benin.

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield			bezield	onbezield
nominatief	beninský		beninská	beninské	beninští	beninské		beninská
genitief	beninského		beninské	beninského	beninských
datief	beninskému		beninské	beninskému	beninským
accusatief	beninského	beninský	beninskou	beninské	beninské			beninská
vocatief	beninský		beninská	beninské	beninští	beninské		beninská
locatief	beninském		beninské	beninském	beninských
instrumentalis	beninským		beninskou	beninským	beninskými

Verwante begrippen

• Beniňan m bezield
• Beniňanka v
• Beninec m bezield
• Beninka v
• po beninsku

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)