• be·klaag·de
enkelvoud meervoud
naamwoord beklaagde beklaagden
verkleinwoord - -

de beklaagdev / m

  1. iemand die voor de rechter van iets beschuldigd wordt
    • De beklaagde ontkende alle schuld. 
vervoeging van
beklagen

beklaagde

  1. enkelvoud verleden tijd van beklagen
    • Ik beklaagde. 
    • Jij beklaagde. 
    • Hij, zij, het beklaagde. 
  2. verbogen vorm van beklaagd, voltooid deelwoord van beklagen
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be