betichte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·tich·te
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | betichte | betichten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
Afgeleide begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
betichten |
betichte
- aanvoegende wijs van betichten
Gangbaarheid
- Het woord betichte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "betichte" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be