• be·heerst
  • vervoeging van beheersen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van
beheersen

beheerst

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beheersen
    • Jij beheerst. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beheersen
    • Hij beheerst. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van beheersen
    • Beheerst! 
vervoeging van: beheersen…
verbogen vorm: beheerste

beheerst

  1. voltooid deelwoord van beheersen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen beheerst beheerster (beheerstst) *
verbogen beheerste beheerstere (beheerstste) *
partitief beheersts beheersters -

beheerst

  1. zonder uitspatten
    • De beheerste reactie was erg netjes na zo'n zware en directe aanval. 
  • Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving "meest beheerst(e)" worden gebruikt. [1] [2]
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]
  1.   Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “6.4.3.1.2 Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest.” (januari 2019), punt 4 op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  2.   Weblink bron “Omschreven trappen van vergelijking (algemeen)”, punt 3. op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be