befaamd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·faamd
Woordherkomst en -opbouw
- van Middelnederlands befaemt; in de betekenis van ‘vermaard’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1535 [1][2][3]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | befaamd | befaamder | befaamdst |
verbogen | befaamde | befaamdere | befaamdste |
partitief | befaamds | befaamders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
befaamd
- op een goede manier bekend staan
- De befaamde spits had toch al voor veel doelpunten gezorgd.
- ▸ Vandaag heb ik de befaamde Patelski eindelijk ontmoet. Hij leidt een nogal teruggetrokken bestaan. Hij werkt en studeert en hij gebruikt zijn maaltijden vaak op zijn kamer, zoals de majordomus mij heeft uitgelegd. Maar vanochtend trof ik hem aan bij het goeder de la mimatinée in de groene zaal.[4]
- ▸ Een opvallende stijger was Eastman Kodak. Het bedrijf dat ooit befaamd was om zijn fotorolletjes wil zich met behulp van een overheidslening omvormen tot producent van grondstoffen voor medicijnen. Het bedrijf werd ruim 300 procent meer waard nadat de handel in het aandeel enige tijd werd stilgelegd.[5]
Synoniemen
Vertalingen
1. op een goede manier bekend staan
Gangbaarheid
- Het woord befaamd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "befaamd" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[6] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ befaamd op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "befaamd" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 32
- ↑ Weblink bron “Wall Street sluit hoger na Fed-besluit” (29 juli 2020), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be