beehiven/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van beehiven
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		beehiven			te beehiven
	toekomend		zullen beehiven			te zullen beehiven
voltooid	tegenwoordig		gebeehived			te gebeehived
	toekomend		gebeehived zullen			gebeehived te zullen
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	beehivend		gebeehived			ev. beehive	mv. verouderd beehivet	beehive
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	beehive	beehivet	beehivet	beehivet	beehivet	beehiven	beehiven	beehiven
verleden (o.v.t.)	beehivede	beehivede	beehivede	beehivede	beehivede	beehiveden	beehiveden	beehiveden
toekomend (o.t.t.t.)	zal beehiven	zult/zal beehiven	zult/zal beehiven	zult beehiven	zal beehiven	zullen beehiven	zullen beehiven	zullen beehiven
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou beehiven	zou beehiven	zou(dt) beehiven	zoudt beehiven	zou beehiven	zouden beehiven	zouden beehiven	zouden beehiven
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij