býčí

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /biːtʃiː/

Woordafbreking

• bý·čí

Bijvoeglijk naamwoord

býčí

1. (dierkunde) (landbouw) stier-, stieren-; met betrekking tot stieren.

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield			bezield	onbezield
nominatief	býčí				býčí
genitief	býčího		býčí	býčího	býčích
datief	býčímu		býčí	býčímu	býčím
accusatief	býčího	býčí			býčí
vocatief	býčí				býčí
locatief	býčím		býčí	býčím	býčích
instrumentalis	býčím		býčí	býčím	býčími

Afgeleide begrippen

• býčí trh m

Verwante begrippen

• býk m

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)