auerhoen
- (IPA in voorbereiding)
- au·er·hoen
- samenstelling van Auer en en hoen zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | auerhoen | auerhoenderen auerhoenders |
verkleinwoord | auerhoendertje | auerhoendertjes |
het auerhoen o
- (hoendervogels) Tetrao urogallus een vogel uit de onderfamilie der ruigpoothoenders (Tetraoninae). De soort komt vooral voor in de boreale zone van Fennoscandinavië en Rusland, met gefragmenteerde populaties in Centraal-Europa. Auerhoenders komen niet meer in Nederland en België voor
- Het woord auerhoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.