rotsauerhoen
- (IPA in voorbereiding)
- rots·au·er·hoen
- samenstelling van rots en auerhoen zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rotsauerhoen | rotsauerhoenderen rotsauerhoenders |
verkleinwoord | rotsauerhoendertje | rotsauerhoendertjes |
het rotsauerhoen o
- (hoendervogels) Tetrao urogalloides een vogel uit de onderfamilie der ruigpoothoenders (Tetraoninae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1851 door Alexander von Middendorff
- ruigpoothoenders, fazantachtigen, hoendervogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord 'rotsauerhoen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.