attaché
![]() |
- at·ta·ché
- Verkorting van het Franse attaché d'ambassade. Van zichzelf het voltooid deelwoord van het werkwoord attacher. [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | attaché | attachés |
verkleinwoord | attacheetje | attacheetjes |
de attaché m
- (beroep), (diplomatie) werknemer verbonden aan een gezantschap (consulaat of ambassade)
- mannelijke vorm van attachee
- Het woord attaché staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "attaché" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ attaché op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be