kabinetsattaché
- ka·bi·nets·at·ta·ché
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kabinetsattaché | kabinetsattachés |
verkleinwoord |
de kabinetsattaché m
- (beroep) (politiek) medewerker van een ministerieel kabinet, in rang onder kabinetsadviseur
- ▸ VLD-lijsttrekker Sas van Rouveroij is eerste schepen en krijgt de bevoegdheid over haven en innovatie, ook al een nieuwigheid. Tot slot valt op dat de stad Gent er een schepen bij krijgt. "Het nieuwe gemeentedecreet maakt het mogelijk de OCMW-voorzitter op te nemen in het college", zegt Patrick Boes, kabinetsattaché van Daniël Termont, de nieuwe burgemeester van Gent. "Vanaf 2012 is dat verplicht, maar wij hebben hierop al geanticipeerd".[1]
- ▸ Mijn conclusie is dat ik als klokkenluider werd geliquideerd omdat ik het aandurfde de directeur Projecten, van wie algemeen bekend is dat die een hechte vriendschappelijke band heeft met de voorzitter van de raad van bestuur (SP.A-schepen Sven Taeldeman, red.) en zijn kabinetsattaché, te beschuldigen van overtredingen en onregelmatigheden met mogelijks strafrechtelijke dimensies en ik bovendien niet bereid was die onder de mat te vegen’, zo schreef hij in een bijna tweehonderd pagina’s tellend dossier dat hij naar de gemeenteraadsleden stuurde.[2]
- ▸ Ook was ze in 1999 korte tijd kabinetsattaché van toenmalig viceminister-president in de Vlaamse Regering Steve Stevaert en van 1999 tot 2003 kabinetsattaché en daarna adviseur van federaal minister Johan Vande Lanotte.[3]
- Het woord kabinetsattaché staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Gent krijgt eerste allochtone schepen ooit” (11/10/2006), De Standaard
- ↑ Weblink bron Jan-Frederik Abbeloos“‘Willen zelf dat dit volledig uitgeklaard wordt’” (23/05/2018), De Standaard
- ↑ Weblink bron “Caroline Gennez” (geraadpleegd 14 mei 2021), Wikipedia