armenhuis uit Lellens
  • ar·men·huis
enkelvoud meervoud
naamwoord armenhuis armenhuizen
verkleinwoord armenhuisje armenhuisjes

het armenhuiso

  1. (geschiedenis) een tehuis voor een aantal minvermogende mensen
    • Naast de villa staat een studio, waarin het vooral om zijn filmleven draait. Ook hier in wassen beelden uitgevoerde scènes en droevige taferelen van zijn armoedige jeugd in de sloppen van Londen. Tikkie Efteling meets Oliver Twist. Maar de realiteit was ook sneu. Chaplins vader was alcoholist, zijn moeder stuurde hem naar het armenhuis en stierf uiteindelijk in een gekkenhuis. [2] 
94 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Ivo Weyel 28 oktober 2016
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be