diaconiehuis
- di·a·co·nie·huis
- samenstelling van diaconie zn en huis zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | diaconiehuis | diaconiehuizen |
verkleinwoord | diaconiehuisje | diaconiehuisjes |
- (geschiedenis) een tehuis voor een aantal minvermogende mensen vanaf de middeleeuwen in Nederland en België
- Het woord diaconiehuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.