• an·slå
  • Afkomstig uit het Nederduits
  • Afleiding van het Noorse werkwoord slå met het voorvoegsel an-
Naar frequentie 28975
vervoeging
onbepaalde wijs anslå
tegenwoordige tijd anslår
verleden tijd anslo
voltooid
deelwoord
anslått
onvoltooid
deelwoord
anslående
lijdende vorm anslåes
anslås
gebiedende wijs anslå
vervoegingsklasse Klasse 6 sterk
opmerking

anslå

  1. overgankelijk schatten
  2. overgankelijk anslaan, berekenen, gissen, ramen, taxeren
  3. overgankelijk, (muziek) bespelen
  4. overgankelijk, (figuurlijk) aanslaan (in vriendelijke / onvriendelijke toon spreken)


  • an·slå
  • Afkomstig uit het Nederduits
  • Afleiding van het Nynorske werkwoord slå met het voorvoegsel an-
vervoeging
onbepaalde wijs anslå
tegenwoordige tijd anslår
verleden tijd anslo
voltooid
deelwoord
anslege
anslått
onvoltooid
deelwoord
anslåande
lijdende vorm anslåast
gebiedende wijs anslå
vervoegingsklasse Klasse 7 sterk
opmerking

anslå

  1. overgankelijk schatten
  2. overgankelijk anslaan, berekenen, gissen, ramen, taxeren
  3. overgankelijk, (muziek) bespelen