Nynorsk

Uitspraak
  • IPA: /goː ʉːt fɾoː/
Woordafbreking
  • gå ut frå
Woordherkomst en -opbouw

Frase

gå ut frå

  1. overgankelijk bevroeden, gissen, uitgaan van, vermoeden
  2. overgankelijk aannemen, uitgaan van, veronderstellen, vooronderstellen
  3. overgankelijk starten, uitgaan van, van start gaan
    «Vi må ha facts å gå ut frå.»
    We moeten feiten hebben om ervan uit te gaan.
  4. overgankelijk beramen
Synoniemen
Verwante begrippen
Typische woordcombinaties
  • [2]: gå ut frå at alt er rett
ervan uitgaan dat alles goed is
  • [3]: gå ut frå ein føresetnad
uitgaan van een veronderstelling
  • [3]: gå ut frå eit startpunkt
starten bij een uitgangspunt
  • [3]: ha en viss standard å gå ut frå
een bepaalde standaard hebben om ervan uit te gaan