vooronderstellen
- voor·on·der·stel·len
- samenstelling van voor bw en onderstellen ww [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vooronderstellen |
vooronderstelde |
voorondersteld |
zwak -d | volledig |
vooronderstellen
- overgankelijk vooraf voor waar aannemen van een stelling om hiermee tot een conclusie te komen
- Verantwoordelijkheid voor eigen gedrag vooronderstelt een zekere keuzevrijheid.
1. vooraf voor waar aannemen van een stelling om hiermee tot een conclusie te komen
- Het woord vooronderstellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.