• an·nek·te·re
Naar frequentie zeldzaam
vervoeging
onbepaalde wijs annektere
tegenwoordige tijd annekterer
verleden tijd annekterte
voltooid
deelwoord
annektert
onvoltooid
deelwoord
annekterende
lijdende vorm annekteres
gebiedende wijs annekter
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

annektere

  1. overgankelijk annexeren, bemachtigen, inlijven, inpalmen, med geweld nemen, usurperen, zich iets eigen maken
    «Egypts beslutning om å anullere de inngåtte avtaler med engelskmennene og annektere Sudan har skapt en alvorlig atmosfære i Midt-Østen.»
    Het besluit van Egypte om de afspraken met de Britten te annuleren en Soedan te annexeren heeft geleid tot een serieuze sfeer in het Midden-Oosten.



  • an·nek·te·re
vervoeging
onbepaalde wijs annektere
annektera
tegenwoordige tijd annekterer
verleden tijd annekterte
voltooid
deelwoord
annektert
onvoltooid
deelwoord
annekterande
lijdende vorm annekterast
gebiedende wijs annekter
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

annektere

  1. overgankelijk annexeren, bemachtigen, inlijven, inpalmen, med geweld nemen, usurperen, zich iets eigen maken