angstdroom

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  angstdroom    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• angst·droom

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  angst  en  droom 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	angstdroom	angstdromen
verkleinwoord	angstdroompje	angstdroompjes

Zelfstandig naamwoord

de angstdroom m

1. (psychologie) een angst veroorzakende droom

   ▸ Starling had vijf uur lang vast geslapen toen ze in het holst van de nacht midden in een angstdroom ontwaakte.

1. • Ik had een angstdroom. 

Synoniemen

• nachtmerrie

Hyperoniemen

• droom, slaapstoornis

Vertalingen

    1. een angst veroorzakende droom   

Afrikaans: angsdroom (af) Duits: Angsttraum (de) m Engels: anxious dream (en), anxiety dream (en), incubus (en), nightmare (en)

Frans: rêve anxieux (fr) m, rêve angoissant (fr) m, rêve terrifiant (fr) m Nedersorbisch: tšacha cowanje (dsb) o, tšacha połne (dsb) o Russisch: кошмарный сон (ru) Spaans: incubo (es), pesadilla (es) v

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord angstdroom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.