Man met akst.
  • akst
enkelvoud meervoud
naamwoord akst aksten
verkleinwoord akstje akstjes

de akstv / m

  1. zwaar, snijdend blad op een lange steel
    • Hoe wordt de steenen akst, die schedels splijt,
      Gezwaaid door de' ijz'ren spier en naakte leden! [3]
       
  • Strikt genomen is er een verschil tussen een bijl en een akst: een akst wordt vanaf beide vlakke kanten van het blad geslepen, zodat de snijdende rand precies midden tussen die kanten zit; een bijl wordt vanaf een kant geslepen, zodat de snijdende rand direct aan de andere vlakke kant zit.
5 % van de Nederlanders;
5 % van de Vlamingen.[4]


akst

  1. (gereedschap) bijl