afloeren
- af·loe·ren
- samenstelling van af bw en loeren ww
afloeren [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afloeren |
loerde af |
afgeloerd |
zwak -d | volledig |
- op een stiekeme, arglistige manier gluren
- Het woord 'afloeren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afloeren" herkend door:
44 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be