adresa v

  1. adres


  • ad·re·sa

adresa v

  1. adres
  2. aan het adres; algemene benaming voor een ontvanger.
    «Kritikou na adresu Slovenska nešetřili ministři financí zemí eurozóny na schůzce v Bruselu.»
    De ministers van financiën van de eurozonelanden spaarden (lett.: aan het adres van) Slowakije niet met kritiek op de vergadering in Brussel.
  3. (informatica) adres, geheugenadres.
  1. bydliště o, poštovní adresa v
  2. adresa paměti v
  1. -
  2. identifikace v