adjustační

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /adjʊstatʃɲiː/

Woordafbreking

• ad·ju·s·tač·ní

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het zelfstandig naamwoord adjustace met het achtervoegsel -ční

Bijvoeglijk naamwoord

adjustační

1. adjustatie-; met betrekking tot adjustatie

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield			bezield	onbezield
nominatief	adjustační				adjustační
genitief	adjustačního		adjustační	adjustačního	adjustačních
datief	adjustačnímu		adjustační	adjustačnímu	adjustačním
accusatief	adjustačního	adjustační			adjustační
vocatief	adjustační				adjustační
locatief	adjustačním		adjustační	adjustačním	adjustačních
instrumentalis	adjustačním		adjustační	adjustačním	adjustačními

Verwante begrippen

• adjustování o
• adjustovat imperfectief / perfectief

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)