adderen
- [A] Geluid: addéren (hulp, bestand)
- IPA: / ɑˈderə(n) / (3 lettergrepen)
- [B] Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ɑˈderə(n) / (3 lettergrepen)
- ad·de·ren
- [A] met het achtervoegsel -en van Latijn addere ww [1]
- [B] adder zn met de uitgang -en; gebruikt in verschillende vertalingen van de Bijbel [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
adderen |
addeerde |
geaddeerd |
zwak -d | volledig |
addéren overgankelijk
- (verouderd) (wiskunde) optellen
- (scheikunde) (nieuwe moleculen) vormen uit de samenvoeging van twee bestaande moleculen
- ▸ De katalytische groepen aan het enzym en het te adderen watermolecuul nemen een asymmetrische positie rond de dubbele binding in.[4]
1. zie: optellen
de ádderen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord adder, (verouderd)
- ▸ Het vergif der adderen zal hij zuigen; de tong der slang zal hem doden.[5]
- Het woord 'adderen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "adderen" herkend door:
53 % | van de Nederlanders; |
47 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ adderen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Cornelis PijckDesen syfverboeck behoort toe Cornelis Pijck., fol. 24r. (13 september 1584) in:Marjolein KoolDie conste vanden getale. Een studie over Nederlandstalige rekenboeken uit de vijftiende en zestiende eeuw, met een glossarium van rekenkundige termen. (1999), Verloren, Hilversum, ISBN 9065500502, p. 319
- ↑ Weblink bron A. de Groot & J.F.J. Engbersen“Inleiding in de bio-organische chemie”, 4e druk (1989), Pudoc, Wageningen, ISBN 9022008819, p. 186
- ↑ Weblink bron Statenvertaling“Job”, 20:16 op statenvertaling.net
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be