Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • achil·les·hiel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord achilleshiel achilleshielen
verkleinwoord achilleshieltje achilleshieltjes

Zelfstandig naamwoord

de achilleshielm

  1. kwetsbare plaats of plek
Vertalingen

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen