aanvegen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·ve·gen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan vz en vegen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanvegen |
veegde aan |
aangeveegd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
aanvegen
- overgankelijk vegend reinigen
- Tijdens mijn schooltijd heb ik vaak voor straf het schoolplein moeten aanvegen.
Uitdrukkingen en gezegden
- de vloer aanvegen met iemand
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord aanvegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanvegen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be