aangebrand
- Geluid: aangebrand (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaŋɣəˌbrɑnt / (3 lettergrepen)
- aan·ge·brand
- vervoeging van aanbranden: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van aan bw en gebrand ww
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | aangebrand | aangebrander | aangebrandst |
verbogen | aangebrande | aangebrandere | aangebrandste |
partitief | aangebrands | aangebranders | - |
aangebrand
- (kookkunst), (voeding) vastgebrand tijdens of na het bereiden (aan de bodem van een koekenpan e.d.)
- Het aangebrande eten was niet lekker meer.
- (figuurlijk) humeurig of boos
- Een aangebrande reactie.
- De politie moest de aangebrande man van de plek verwijderen.
- gauw aangebrand zijn
vervoeging van: | aanbranden… |
verbogen vorm: | aangebrande |
aangebrand
- voltooid deelwoord van aanbranden
- ▸ Het eten was aangebrand en de hond had zijn behoefte op de nieuwe pers gedaan.[1]
- Het woord aangebrand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.