Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·zicht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord inzicht inzichten
verkleinwoord inzichtje inzichtjes

Zelfstandig naamwoord

het inzichto

  1. het doorhebben hoe iets in elkaar zit
    • Hij heeft een goed inzicht in schaak. 
     Want ik was niet naar Grand Hotel Europa gekomen om de tijd weemoedig te laten verglijden te midden van afgebladderde luxe en krakende glorie in passieve afwachting van een of ander inzicht, dat mij op een gegeven moment zou toevallen als een bloemblad uit een vergeeld boeket. Dat inzicht wilde ik afdwingen en daarom moest ik aan het werk.[1]
     Mensen die je leven in komen en die ongevraagd veel geven zoals een boodschap of een inzicht, vragen om over na te denken, bescherming of waarschuwingen.[2]
  2. het beseffen of erkennen van iets
    • Inzicht is de eerste stap tot verandering. 
     Iedereen komt met zijn eigen reden en vertrekt met zijn of haar unieke ervaringen en inzichten.[2]
  3. inzage; het inzien (van een document)
    • Hij kreeg inzicht in een paar van de belangrijkste documenten. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers  , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 19
  2. 2,0 2,1
    Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be