Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Schtee·mau·er
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Schteemauer die Schteemauer Schteemaure die Schteemaure
datief re Schteemauer der Schteemauer Schteemaure de Schteemaure
accusatief en Schteemauer die Schteemauer Schteemaure die Schteemaure

Zelfstandig naamwoord

Schteemauer, v

  1. (bouwkunde), (tuinbouw) een stenen muur
Hyperoniemen
Opmerkingen