• Reef·schlang
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Reefschlang die Reefschlang Reefschlange die Reefschlange
datief re Reefschlang der Reefschlang Reefschlange de Reefschlange
accusatief en Reefschlang die Reefschlang Reefschlange die Reefschlange

Reefschlang, v

  1. (folklore), (mythologie) een mythische slang, letterlijk: hoepelslang
    «Die Reefschlang daet ihr Schwanz in ihr Maul neischtecke un dann daet sich darrich der Busch in die Form vun en Reef rolle.»
    De hoepelslang steekt zijn staart in zijn bek en rolt dan in de vorm van een hoepel door de bos.
  • Zie Wikipedia voor meer informatie. (in het Engels)