Gurke
- Gur·ke
- Afkomstig van Pools: ogórek zn ← Oudpools: ogurek ← Middelgrieks: ἄγουρος zn ('ágūros'; van fruit: "groen, onrijp") [1]
Naar frequentie | 17701 |
---|
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | die Gurke | die Gurken |
genitief | der Gurke | der Gurken |
datief | der Gurke | den Gurken |
accusatief | die Gurke | die Gurken |
Gurke, v
- (plantkunde) Cucumis sativus komkommer
- «Wie der Verband betonte, sind die Gurken zum größten Teil bereits wässerig, matschig und ungenießbar in München angekommen.[2]»
- Zoals de vereniging benadrukte, kwamen de meeste komkommers in München al waterig, papperig en oneetbaar aan.
- «Wie der Verband betonte, sind die Gurken zum größten Teil bereits wässerig, matschig und ungenießbar in München angekommen.[2]»
- (spreektaal), (figuurlijk) kokkerd, snotkoker, voorgevel, de (meestal mannelijke, grote) neus
- (spreektaal), (figuurlijk) voor een incompetente persoon
- (spreektaal), (figuurlijk) een oud (motor)voertuig dat gerepareerd moet worden
- met andere betekenissen
-
[1]: Eine Gurke
Een komkommer
|
|
|
- [1]: Saure-Gurken-Zeit zn
- [1]: Sauregurkenzeit zn
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Gurke
Etymologisches Wörterbuch des Deutschen - ↑ Gurkenvernichtung und Preise
Passauer Neue Presse, 17. Jahrgang, Nr. 179 vom 6. August 1962, vierte Seite, zweite und dritte Spalte