Günthers dikdik
- (IPA in voorbereiding)
- Gün·thers dik·dik
- eponiem, vaste verbinding van de bezitsvorm van Günther (Albert Günther, bioloog, zoöloog, (1830-1914)) en dikdik zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Günthers dikdik | Günthers dikdiks |
verkleinwoord | Günthers dikdikje | Günthers dikdikjes |
het Günthers dikdik o
- (evenhoevigen) Madoqua guentheri een zoogdier uit de familie van de holhoornigen (Bovidae ), waarvan de wetenschappelijke naam voor het eerst geldig werd gepubliceerd door Oldfield Thomas in 1894
- dikdiks, echte antilopen, holhoornigen, herkauwers, evenhoevigen, zoogdieren, gewervelden, synapsiden, chordadieren, dieren
- Het woord 'Günthers dikdik' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] Günthers dikdik op Wikidata