Nederlands

 
Madoqua kirkii (damara-dikdik)
Uitspraak
Woordafbreking
  • dik·dik
Woordherkomst en -opbouw
  • genoemd naar het geluid dat ze voortbrengen
enkelvoud meervoud
naamwoord dikdik dikdiks
verkleinwoord dikdikje dikdikjes

Zelfstandig naamwoord

de dikdikm

  1. (evenhoevigen) een dier dat behoort tot het genus Madoqua   van kleine antilopen
    «Dikdiks zijn genoemd naar het geluid dat ze voortbrengen.»
Hyperoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie