• Azi·aat
enkelvoud meervoud
naamwoord Aziaat Aziaten
verkleinwoord - -

de Aziaatm

  1. (demoniem) bewoner van Azië of iemand afkomstig is uit Azië
     Oliver Stone geeft ons in Alexander een les in bescheidenheid. Misschien moeten westerse leiders net als Alexander, die Aziaat met de Aziaten wilde zijn, een rassenvermengingspolitiek nastreven, respect tonen voor oudere culturen uit het Oosten en zich op het dieptepunt van de strijd gewoon terugtrekken (uit Irak!).[2]
  2. (spreektaal) aanduiding voor mensen afkomstig uit Zuidoost- of Oost-Azië, met zwart haar, amandelogen en een licht getinte huidskleur
     Supermarktketen Coles zocht ervaren, zelfstandige schoonmakers die ook nog eens engels spraken. Klein puntje: al voldoe je aan alle eisen, als je Aziaat of Indiër bent, kun je verder zoeken.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    André Waardenburg
    “Lessen voor westerse leiders” (22 december 2004) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron Gearchiveerde versie “Supermarkt zoekt schoonmaker: geen Aziaat of Indiër” (30 augustus 2012) op nos.nl