Antwerps
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Antwerps (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɑntwɛrps / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈɑntʋɛrps/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈɑntβ̞ɛrps/
- (Limburg): /ˈantwɛrps/
Woordafbreking
- Ant·werps
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | Antwerps | Antwerpser | Antwerpst |
verbogen | Antwerpse | Antwerpsere | Antwerpste |
partitief | Antwerps | Antwerpsers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
Antwerps
- (demoniem) van, uit, betreffende of als in Antwerpen
- De Antwerpse schilder Rubens was één van de boegbeelden van de barok.
Verwante begrippen
Demoniemen bij Antwerpen in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Antwerpenaar • inwoonster: Antwerpse • bijvoeglijk: Antwerps |
Vertalingen
1. van, uit, betreffende of als in Antwerpen.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord Antwerps staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.