Huidig
bestand
7


  • -i·o

-io

  1. vormt zelfstandige naamwoorden van werkwoorden, waarbij de handeling of toestand aangeduid wordt.
    «regĕre → regio»
    richten, besturen → richting, gebied
Dit achtervoegsel verklaart de n in Nederlandse woorden die eindigen op -ionaal, -ionaliseren, -ioneel, etc



Huidig
bestand
1
  • Afgeleid van het Latijnse -ia, dat landen aanduidt

-io

  1. Achtervoegsel voor landen, steden, etc. waarvan de naam ethnisch gebaseerd is. Dit zijn vooral Europese en Aziatische landen (moderne vorm)
  2. Achtervoegsel voor een wetenschap genoemd naar de wetenschapper
  • -ujo (traditionele vorm)
  • -o (gebruikt voor landen waarvan de naam niet ethnisch gebaseerd is)