• IPA: /tʃtvr̩c/
  • čtvrť

čtvrť v

  1. (aardrijkskunde) wijk; en bewoond deel van een stad of een gemeente
    «Bydlela v Trutnově na České čtvrti
    Ze woonde in Trutnov in de Boheemse Wijk.

čtvrť

  1. informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord čtvrtit