1. woongebied met dure huizen omringd door grote tuinen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vil·la·wijk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord villawijk villawijken
verkleinwoord villawijkje villawijkjes

Zelfstandig naamwoord

de villawijkv / m

  1. woongebied met dure huizen omringd door grote tuinen
Synoniemen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen